Een beetje een zweverige titel heeft dit stukje, maar dat zit zo. Afgelopen week vond ik een krabbeltje van mezelf terug, een brainwave van anderhalf jaar geleden. Ik heb er toen verder niks mee gedaan, maar het blijkt nog steeds actueel en bruikbaar. Misschien zelfs actueler dan ooit. Ik schreef het volgende:
“Van Het Nieuwe Werken naar Het Nieuwe Leven
Wil je echt van het nieuwe werken gaan profiteren, dan zul je uit het idee van ‘werk’ moeten stappen. Werk is iets van de afgelopen eeuwen. Daarvoor had je gewoon je leven. En om in leven te blijven deed je dingen om aan eten, drinken en onderdak te komen. Logisch. Maar je werkte nooit. Je kreeg nooit salaris. Ook geen secundaire arbeidsvoorwaarden.
De afgelopen eeuwen hebben we veel bereikt met ‘werken’. Logisch is dan ook om binnen dit paradigma de volgende stap te zetten: het nieuwe werken. Maar wellicht heeft het meer impact als we het hele werk-idee aan de kant gooien en terug gaan naar de basis: we hebben als mens niet een baan, maar een leven.”
Niet het nieuwe werken dus, maar het nieuwe leven. Leven als werkwoord. Ik leef, hoe doe ik dat? Ik schreef al dat het misschien wat zweverig klinkt en toch kan het je helpen. Het kan helpen om gesprekken over Het Nieuwe Werken over meer te laten gaan dan alleen vierkante meters, verstelbare bureau’s, Yammer en digitalisering. Er komen veel fundamentelere, confronterender vragen op tafel. Wat is onze impact op de levens van onze klanten en medewerkers? Wat vinden we daarvan? Waarom bestaan wij als organisatie eigenlijk? En: hoe zouden we ons onderwijssysteem inrichten, als we mensen niet opleiden voor een baan, maar voor een leven?
Levensvragen in onze organisatorische context. Daar zijn we niet aan gewend. Dat is geen business as usual. Maar als je dan toch aan het nadenken bent over iets nieuws, stap dan eens echt uit je comfort zone: durf de fundamentele vragen te stellen. Als een rebel. Nieuw leven, wat betekent dat voor jou?
Ondersteuning nodig?
Wil jij ook een stap zetten met het nieuwe werken, maar blijft het steeds terug komen op de niet inspirerende vierkante meters?